lumclogo

Medicijn gebruik

Zorgvuldig medicijngebruik

Na de transplantatie moet u verschillende soorten medicijnen gebruiken o.a. medicijnen die afstoting van de lever moeten voorkomen. Deze medicijnen, de zogenaamde immuunsuppressieva, zijn o.a.

  • prednison
  • ciclosporine (= Neoral)
  • tacrolimus (= prograft)
  • Sirolimus (= Rapamune)
  • Mycofenolaat Mofetil (= Cell-Cept)

Afweeronderdrukkende medicatie bijft u levenslang gebruiken, maar de hoeveelheden worden geleidelijk verminderd. Het is belangrijk om uw medicijnen op de juiste wijze te gebruiken. Door een verkeerd gebruik kan het effect teniet worden gedaan of kunnen bijwerkingen verergeren. Hieronder geven we u enige tips om zorgvuldig met de medicijnen om te gaan.

Gebruik medicijnen altijd precies volgens het voorschrift van de arts.

Verander niets op eigen houtje. U krijgt van het transplantatieteam een innameschema mee. Sommige medicijnen moeten op een nuchtere maag, andere juist weer met wat voedsel worden ingenomen. Sommige moeten in zijn geheel worden doorgeslikt of moeten met veel water worden ingenomen. Zorg dat u weet hoe u de medicijnen het best kunt innemen. Kijk daarvoor goed op de etiketten van de verpakkingen en vraag de apotheker eventueel om advies. Bij onduidelijkheden kunt u uw arts of transplantatieverpleegkundige bellen.

Stop nooit met de medicijnen die tegen afstotingsverschijnselen worden gebruikt. Het zomaar stoppen, hoe kort ook, kan tot afstoting van uw getransplanteerde lever leiden. Ook al heeft u last van bijwerkingen, hoe vervelend ook, overleg altijd eerst met de arts voordat u stappen onderneemt.

Bouw het gebruik van een geneesmiddel af volgens het schema van uw arts. Dit kan nodig zijn, bijvoorbeeld als u van één geneesmiddel overgaat op een ander. Als u niet zorgvuldig afbouwt, kunnen er vervelende bijverschijnselen optreden.

Vraag tijdig een nieuw recept aan. Zorg dat u nooit zonder medicijnen komt te zitten door tijdig een nieuw recept aan te vragen. Sommige medicijnen heeft de apotheek misschien niet zelf in huis en moeten worden besteld. Overleg met de apotheek hoelang van tevoren u uw recept moet inleveren om verzekerd te zijn van tijdige levering.

Als u moet braken, neem dan contact op met de arts of apotheek voor advies. Onderstaande adviezen gelden als een algemeen houvast.

  • Ga bij uzelf na hoe lang na inname van de medicijnen u heeft gebraakt.
  • Heeft u binnen 30 minuten na inname gebraakt? U kunt dan de volledige dosering opnieuw innemen. Bent u nog misselijk, dan kunt u beter een uurtje wachten met innemen.
  • Heeft u binnen 30 tot 60 minuten na inname gebraakt? Neem dan de helft van de dosering opnieuw in.
  • Heeft u meer dan een uur na inname gebraakt? Dan kunt u ervan uitgaan dat de medicijnen voldoende door het lichaam zijn opgenomen.
  • Bij aanhoudende misselijkheid kunt u uw arts vragen om zetpillen tegen de misselijkheid.

Als u aanhoudende diarree hebt worden veel medicijnen niet voldoende uit de darmen opgenomen in het bloed. Dit geldt voor spontane diarree, diarree als bijwerking van andere medicijnen, zoals antibiotica, en diarree door het gebruik van laxeermiddelen. Neem in dergelijke gevallen contact op met uw arts of transplantatieverpleegkundige.

Vergeet niet uw medicijnen op tijd in te nemen. Het is belangrijk om de medicijnen consequent in te nemen volgens het afgesproken innameschema. De ervaring leert dat koppeling van de inname aan een vast dagelijks ritueel, bijvoorbeeld het ontbijt of het tanden poetsen, een geheugensteuntje is. U kunt ook bij uw apotheek om een weekdoos vragen. Hierin kunt u de medicijnen aan de hand van het innameschema voor een hele week klaar zetten. U kunt ook uw apotheek vragen om dat voor u te doen, als u dat moeilijk vindt. De apotheek heeft dan een kopie van het innameschema nodig. Zorg er in dat geval voor dat de apotheek tijdig op de hoogte is van veranderingen in uw doseerschema. Met een horloge met meerdere alarmen of met een zogenaamde pillenwekker (vraag uw apotheek) kunt u uzelf eraan herinneren dat het tijd is voor een dosis.

Vergeet de controleafspraken niet. Tijdens de bloedcontrole wordt onder andere de concentratie van bepaalde medicijnen in uw bloed gemeten. Zo kan de arts zien of de dosering juist is of moet worden aangepast. Bovendien kunnen in het bloed eerder afwijkingen worden opgespoord dan u ze zelf kunt merken. Voor sommige medicijnen luistert het heel nauw op welk moment bloed wordt afgenomen. Dit moet dan bijvoorbeeld na een bepaald aantal uren na de inname of juist voor inname van de medicijnen.

Bewaar de medicijnen op de juiste wijze. De meeste medicijnen kunt u gewoon bij kamertemperatuur bewaren. De badkamer is de minst geschikte plek in huis! De vochtige warmte laat medicijnen sneller bederven. Zorg er voor dat kinderen en huisdieren niet bij de medicijnen kunnen komen. Als een middel koel bewaard moet worden, dan staat dit op de verpakking en op het etiket. U kunt dan het middel het best afgesloten in een plastic bak in de groentela van de koelkast bewaren.

Wisselwerkingen met andere medicijnen of voedingsmiddelen

Medicijnen kunnen elkaars werking beïnvloeden. Soms versterken ze elkaar, soms verzwakken ze elkaar juist. Vooral bij de medicijnen tacrolimus (Prograft) en ciclosporine (Neoral, Sandimmune) komen wisselwerkingen veel voor. De werking van deze middelen kan afnemen door gebruik van andere medicijnen: dit kan leiden tot een verhoogde kans op afstoting van de lever. Ook kan het effect van tacrolimus en ciclosporine door andere middelen worden versterkt: hierdoor is er een verhoogde kans op (gevaarlijke) bijwerkingen. Slik daarom alleen medicijnen nadat uw apotheek heeft gecontroleerd of u de medicijnen veilig naast elkaar kunt gebruiken. Zo nodig neemt u contact op met uw arts. Wisselwerkingen kunnen ook ontstaan met voedingsmiddelen. Een voorbeeld hiervan is grapefruit en het sap ervan. Hierin zitten stoffen die een wisselwerking aangaan met sommige medicijnen, zoals ciclosporine en tacrolimus.