Virale hepatitis
Hepatitis B
Hepatitis is een ander woord voor leverontsteking. Hierbij gaan levercellen stuk wat in het bloed vaak te zien als is een verhoging van de aminotransferasen ASAT en ALAT. Hepatitis B is hepatitis door het hepatitis B virus en vormt wereldwijd een groot gezondheidsprobleem. Geschat wordt dat 400 miljoen mensen chronisch drager zijn van het hepatitis B virus. In Nederland is chronische hepatitis B virus infectie relatief zeldzaam. Geschat wordt dat ongeveer 0.4% van de Nederlandse bevolking chronisch geïnfecteerd is met het hepatitis B virus. Chronische hepatitis B infectie kan leiden tot het ontstaan van levercirrose (een verlittekende lever die steeds slechter gaat worden) of hepatocellulair carcinoom (primair leverkanker). De diagnose chronische hepatitis B kan worden gesteld op basis van bloedonderzoek. Een leverbiopsie kan informatie verschaffen over de ernst van ontsteking, mate van fibrose of cirrose en of er sprake is van andere leverziektes.
Behandeling
Behandeling van hepatitis B valt uiteen in twee groepen: peg-interferon injecties of virusreplicatieremmers. Op dit moment zijn meerdere replicatieremmers geregistreerd voor gebruik bij hepatitis B. Hiervan worden met name entecavir en tenofovir gebruikt wegens de combinatie van effectiviteit en weinig risico op resistentie (=ongevoelig worden van het virus). Wegen minder effectiviteit en meer resistentie worden andere remmers; lamivudine, adefovir, entecavir en telbivudine weinig meer gebruikt. De twee groepen behandeling verschillen van elkaar onder meer in behandelduur (48 weken voor peginterferon, langduriger voor replicatieremmers), bijwerkingen en toedieningswijze. Doel van de behandelingen is remming van de virusdeling en daarmee indirect van de leverontsteking (hepatitis) (aantoonbaar worden van antistoffen tegen hepatitis B in het bloed). Deze behandelingen vinden onder strikte begeleiding van de arts en onderzoeksverpleegkundige plaats op de Hepatitis polikliniek op de afdeling maag-darm-leverziekten van het LUMC.
Klik op deze link voor een overzicht van lopende studies op het gebied van leverziekten.
Hepatitis C
Hepatitis is een ander woord voor leverontsteking. Hierbij gaan levercellen stuk wat in het bloed vaak te zien als is een verhoging van de aminotransferasen ASAT en ALAT. Wereldwijd zijn ongeveer 170 miljoen mensen geïnfecteerd met het hepatitis C virus. In Nederland komt hepatitis C infectie in minder dan 0.5% van de bevolking voor. Bij bepaalde groepen mensen, zoals hemofiliepatiënten of intraveneuze drugsgebruikers komt hepatitis C veel vaker voor ook iedereen die voor 1992 een bloedtransfusie heeft gehad (bijv. bij een operatie) is al risk voor hepatitis C. Hepatitis C infectie verloopt meestal subklinisch (zonder klachten). Na verloop van 10-20 jaar ontwikkelt ongeveer 20% van de patiënten levercirrose. Bij patiënten met levercirrose is het risico op de ontwikkeling van complicaties van cirrose (zoals bloeding uit slokdarm- of maagspataderen, infectie van ascites, nierfalen, sufheid) en hepatocellulair carcinoom sterk toegenomen. De diagnose hepatitis C kan worden gesteld op basis van bloedonderzoek. Een leverbiopsie kan informatie verschaffen over de ernst van ontsteking, mate van fibrose of cirrose en of er sprake is van andere leverziektes.
Behandeling
De geregistreerde behandeling van hepatitis C bestaat nu nog uit de combinatie van wekelijks subcutane peg-interferon injecties met dagelijks tabletten. Dit is ribavirine, en bij hepatitis C genotype 1 in combinatie met telaprefir of boceprevir in de nu geregistreerde behandelingen. Voor het slagen van de behandeling is nauwgezette inname van de tabletten van groot belang. Bovendien reageren bepaalde types hepatitis C virus beter op de behandeling dan anderen. Afhankelijk van het type hepatitis C virus duurt de behandeling nu nog 24 of 48 weken. Indien het virus na het beëindigen van de behandeling niet aantoonbaar blijft in het bloed is er sprake van een geslaagde behandeling. Met deze behandeling van niet eerder behandelde patiënten is de succeskans nu rond de 80%. Er lopen momenteel onderzoeken waarbij nieuwe geneesmiddelen worden onderzocht. In het LUMC heeft u, in overleg met uw behandelend arts, de mogelijkheid om deel te nemen aan dergelijke nieuwe behandelingen. Dit zijn vaak behandelingen zonder interferon maar met een combinatie van tabletten. De behandelaar is hierbij vaak korter, de bijwerkingen vaak minder ernstig en de kans op succes is hoger, afgaande op voorbije resultaten. Deze link verwijst u naar de studies op dit gebied.
Behandeling van hepatitis C vindt plaats onder strikte begeleiding van de specialist en onderzoeksverpleegkundige op de polikliniek hepatologie.